Compendium S: Difference between revisions

From Heraldry of the World
Jump to navigation Jump to search
No edit summary
No edit summary
Line 60: Line 60:
File:na-Schildverdelingen_III.jpg|Schildverdelingen III:  
File:na-Schildverdelingen_III.jpg|Schildverdelingen III:  
File:na-Schildvoet.jpg|Schildvoet: Een horizontaal benedengedeelte van het schild. Als het een (groene) schildvoet is waarop staande stukken, zoals mensen, dieren, bomen e.d. dan noemt men het <em>grond</em>.
File:na-Schildvoet.jpg|Schildvoet: Een horizontaal benedengedeelte van het schild. Als het een (groene) schildvoet is waarop staande stukken, zoals mensen, dieren, bomen e.d. dan noemt men het <em>grond</em>.
File:na-Schildvorm.jpg|Schildvorm: In de begintijd van de heraldiek had het schild een betrekkelijk hoge, slanke en sterk gewelfde vorm met afgeronde hoeken. <br>
File:na-Schildvorm.jpg|Schildvorm: In de begintijd van de heraldiek had het schild een betrekkelijk hoge, slanke en sterk gewelfde vorm met afgeronde hoeken. Op dit zogenaamde noormannen- of Normandische schild volgde in het begin van de 13e eeuw het driehoekige vroeggotische schild. Dit was eerst betrekkelijk smal en met zijkanten die van boven iets toeliepen, later breder en met rechte hoeken, zodat het er uitziet als een rechtzijdige driehoek. Het schild met halfronde onderkant, waaraan vooral tegenwoordig weer de voorkeur gegeven wordt, kwam omstreeks 1380 op. Deze schildvorm biedt een groot vlak en de mogelijkheid van een goede tekening van de stukken. Van het einde van de 14e tot het begin van de 16e eeuw was het <em>renschild</em>, ook wel targe genaamd, populair als schildvorm. Het had eerst een bijna rechthoekige, daarna meer gewelfde en afgeronde vorm. Kenmerkend voor dit schild is de insnijding in of onder de rechter bovenhoek, die diende om de lans een rustpunt te geven. Vanwege de symmetrie kreeg het schild soms ook een tweede insnijding. Daarnaast had men nog de zeer zelden voorkomende vierkante banierschilden en de ruitvormige schilden. In de 16e eeuw, toen het schild zijn positie als onderdeel van de krijgsuitrusting kwijtraakte, begon men het schild in de vorm van een cartouche af te beelden, en daarna volgde het de kunsthistorische stijlen, tot aan de latere rococo. Aan het einde van de 18e eeuw kwam een schild in gebruik dat rechthoekig, bijna vierkant is, in een verhouding van 7:8 en aan de onderzijde met een accolade afgesloten wordt: het accoladeschild. Dit schild wordt ook thans nog wel gebruikt. Bij gevierendeelde indeling of andere gecompliceerde indelingen, biedt het accoladeschild tekentechnisch minder problemen dan het laatgotische schild met zijn ronde onderkant. Voor de afbeelding van wapens van vrouwen wordt het <em>ovale schild</em> of <em>ruitschild</em> gebruikt.
Op dit zogenaamde noormannen- of Normandische schild volgde in het begin van de 13e eeuw het driehoekige vroeggotische schild. Dit was eerst betrekkelijk smal en met zijkanten die van boven iets toeliepen, later breder en met rechte hoeken, zodat het er uitziet als een rechtzijdige driehoek. Het schild met halfronde onderkant, waaraan vooral tegenwoordig weer de voorkeur gegeven wordt, kwam omstreeks 1380 op. Deze schildvorm biedt een groot vlak en de mogelijkheid van een goede tekening van de stukken. Van het einde van de 14e tot het begin van de 16e eeuw was het <em>renschild</em>, ook wel targe genaamd, populair als schildvorm. Het had eerst een bijna rechthoekige, daarna meer gewelfde en afgeronde vorm. Kenmerkend voor dit schild is de insnijding in of onder de rechter bovenhoek, die diende om de lans een rustpunt te geven. Vanwege de symmetrie kreeg het schild soms ook een tweede insnijding. Daarnaast had men nog de zeer zelden voorkomende vierkante banierschilden en de ruitvormige schilden. In de 16e eeuw, toen het schild zijn positie als onderdeel van de krijgsuitrusting kwijtraakte, begon men het schild in de vorm van een cartouche af te beelden, en daarna volgde het de kunsthistorische stijlen, tot aan de latere rococo. Aan het einde van de 18e eeuw kwam een schild in gebruik dat rechthoekig, bijna vierkant is, in een verhouding van 7:8 en aan de onderzijde met een accolade afgesloten wordt: het accoladeschild. Dit schild wordt ook thans nog wel gebruikt. Bij gevierendeelde indeling of andere gecompliceerde indelingen, biedt het accoladeschild tekentechnisch minder problemen dan het laatgotische schild met zijn ronde onderkant. Voor de afbeelding van wapens van vrouwen wordt het <em>ovale schild</em> of <em>ruitschild</em> gebruikt.
File:na-Schildvorm_II.jpg|Schildvorm II:  
File:na-Schildvorm_II.jpg|Schildvorm II:  
File:na-Schildzoom.jpg|Schildzoom: Rand om het veld ongeveer ter breedte van een zesde van de schildbreedte. Als er een vrijkwartier of schildhoek is, gaat de zoom daar in het algemeen niet over heen, zodat die stukken de schildzoom als het ware bedekken. Een zeer smalle zoom wordt een <em>omboordsel</em> genoemd en een nog smallere heet een <em>streepomboordsel</em>. In de Middeleeuwen werd het omboordsel of de zoom vaak als breuk gebruikt, doch later werd hij ook als zelfstandig stuk beschouwd.  
File:na-Schildzoom.jpg|Schildzoom: Rand om het veld ongeveer ter breedte van een zesde van de schildbreedte. Als er een vrijkwartier of schildhoek is, gaat de zoom daar in het algemeen niet over heen, zodat die stukken de schildzoom als het ware bedekken. Een zeer smalle zoom wordt een <em>omboordsel</em> genoemd en een nog smallere heet een <em>streepomboordsel</em>. In de Middeleeuwen werd het omboordsel of de zoom vaak als breuk gebruikt, doch later werd hij ook als zelfstandig stuk beschouwd.  

Revision as of 05:46, 20 March 2024

HERALDISCH COMPENDIUM

Een systematisch overzicht van heraldische termen met sprekende voorbeelden bewerkt en samengesteld door H.K. Nagtegaal (2010).

Dit overzicht bevat ongeveer 1500 afbeeldingen en is daarom ingedeeld in verschillende files.

A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - R - S - T - U - V - W - IJ - Z

Letter S