't Suydevelt: Difference between revisions

From Heraldry of the World
Jump to navigation Jump to search
(Created page with '{|width="100%" style="color:black; background-color:#ffffcc;" |width="15%"|50 px|left |width="70%" align="center" |'''Heraldry of the World<br/>Civic her…')
 
Line 1: Line 1:
{|width="100%" style="color:black; background-color:#ffffcc;"
{|width="100%" style="color:black; background-color:#ffffcc;"
|width="15%"|[[File:Netherlands.gif|50 px|left]]
|width="15%"|[[File:Netherlands.gif|50 px|left]]
|width="70%" align="center" |'''Heraldry of the World<br/>Civic heraldry of the [[Netherlands]] - [[Nederlandse gemeentewapens]]'''
|width="70%" align="center" |'''Heraldry of the World<br/>Civic heraldry of the [[Netherlands]] - [[Waterschapswapens|Nederlandse waterschapswapens]]'''
|width="15%"|[[File:Netherlands.gif|50 px|right]]
|width="15%"|[[File:Netherlands.gif|50 px|right]]
|}
|}

Revision as of 16:18, 14 November 2010

Netherlands.gif
Heraldry of the World
Civic heraldry of the Netherlands - Nederlandse waterschapswapens
Netherlands.gif

'T SUYDEVELT

Provincie  : Drenthe
Opheffing  : 2000 Velt en Vecht
Toevoegingen  : 1994 Loo- en Drostendiep, Bargerbeek

I : 27 september 1994
"In goud drie golvende linkerschuinbalken van azuur; in een hartschild van zilver een adelaar van keel. Het schild gedekt door een gouden kroon van drie bladeren en twee parels. "

Oorsprong/verklaring:
Het Suydevelt is een vlakte ten westen van Emmen. De drie golvende balken symboliseren het Loodiep, het Drostendiep en de verschillende kleine beken in het gebied. De adelaar in het hartschild is afgeleid van het wapen van de historisch belangrijke families Van Coevorden en Clencke, die beide in het gebied woonden in de Middeleeuwen. Beide voerden één of meerdere adelaars. Als kleur voor de adelaar werd tenslotte het neutrale rood-wit, de kleuren van het Bisdom Utrecht, gekozen. Het gebied was een bezit van de bischoppen van Utrecht.

Literatuur : Daae, A. : Het wapen van het nieuwe waterschap 'T Suydevelt. Nederlandsche Leeuw 112(1995)365-366.